Het eerste kopieerapparaat

De naam Thomas Edison verscheen in 1977 al voor het eerst in de Nederlandse kranten. De beroemde Amerikaanse uitvinder, met Nederlandse voorouders, werd in die jaren al een 'Napoleon in de wetenschap' genoemd.

Toen hij 18 of 19 was, las hij alles over de elektriciteit 'wat hij maar machtig kon worden'. Hij scheen altijd onder de een of andere geheime opgewondenheid te verkeren, wisten de dagbladen ook toen al te melden.

De eerste vinding die werd aangehaald was niet de gloeilamp, die moest nog onthuld worden, maar de elektrische pen. Administratieve medewerkers in bedrijven moesten in die jaren vele tientallen kopieën schrijven van brieven voor zover ze geen gebruik wilden maken van de drukpers. En dus bedacht Edison een voorloper van de kopieermachine.

Een kleine elektrische motor in de pen bewoog een naald op en neer wanneer de gebruiker aan het schrijven was. De pen perforeerde kleine gaatjes in het oppervlak van het papier dat op deze manier werd getransformeerd in een stencil. De stalen stift werd door een batterijtje ongelooflijk snel aan het tikken gebracht en het geschrevene in het papier geprikt, zodanig dat men er honderden afdrukken van kon nemen.

 De pennen kwamen in 1875 op de markt voor 30 dollar en waren luttele jaren later ook te koop in Nederland voor 95 gulden.

Maar het werd geen succes. De pen maakte veel te veel geluid en zorgde voor afleiding. Hij lag zwaar in de hand en was ongemakkelijk in gebruik. Ook de elektrische motor haperde nogal eens.

Een totale mislukking was de vroege mimeograaf van Edison  ook weer niet: de pen evolueerde tot de vloeistofduplicator, en de stencilmachine om op kleine schaal literaire publicaties te vervaardigen.

Meer lezen over de electriciteitsgeschiedenis in het boek Stroomopwaarts

Comments