De geschiedenis van de elektrische fiets

E-bikes zijn tegenwoordig niet aan te slepen. Volgens de zakelijk dienstverlener VWE Automotive is de verkoop van de speed pedelecs, die snelheden tot 45 kilometer per uur halen, vorig jaar met bijna een derde gestegen. In de eerste vijf maanden van dit jaar is sprake van een nog sterkere groei. Maar het is zeker niet voor het eerst dat de elektrische fiets zijn intrede deed.

Door JAN LIBBENGA

In de zomer van 1888 werd door Fred. M. Kimball te Boston voor zover bekend de eerste elektrische fiets geconstrueerd, die toen reeds op verscheidene tentoonstellingen veel belangstelling trok. Het was een driewieler van het in die tijd gebruikelijke type met twee grote wielen en een klein wiel met stuurstang.

De aandrijving geschiedde met een tweepolige gelijkstroommotor van ca. 4 P.K., die gevoed werd door een accumulatorenbatterij. Deze batterij was door ophanging aan stalen veren tegen schokken en stoten beschermd. Met dit vehikel kon een snelheid van 10 tot 12 kilometer per uur worden bereikt.

In Nederland was het nota bene Philips die in 1931 besloot om een elektrische fiets te ontwikkelen. Vijf fietsfabrieken, Simplex, Burgers, Juncker, Gazelle en Stokvis, kregen het recht om de fietsen te produceren. 

De elektrische fiets had het uiterlijk van een gewone fiets, maar was extra versterkt met een dubbel frame en voorzien van zware banden. Onder aan het frame hing een Varta accu. Met een 200 watt-motor zou de maximumsnelheid uitkomen op 25 kilometer per uur.

De accu kon door middel van een gelijkrichter opgeladen worden, zodat je 's avonds slechts een stekker in het stopcontact behoefde te steken, 'om den volgenden dag de accu weer geheel opgeladen te vinden', zoals kranten destijds schreven.

De fiets haalde een snelheid van circa 22 kilometer en kende een actieradius van 80 kilometer. Daarna was de accu uitgeput.

Alles tezamen, de gelijkrichter inbegrepen, kostte het vervoermiddeld liefst 230 euro. Exclusief wegenbelasting.

De introductie tijdens de zware crisisjaren was achteraf ook niet echt handig. De kosten van het verbruik van de 'e-bike avant la lettre' werden overigens wel gecalculeerd op 0,4 cent per kilometer, ongeveer de helft van de kosten van een lichte motorfiets.

Al in 1932 wees een kantonrechter te Zutphen vonnis in de zaak tegen iemand, die had gereden op een elektrische fiets zonder dat hij was voorzien van een rijbewijs. Daarmee vielen, los van de hoge prijs, al heel wat potentiële kopers af.

Philips probeerde nog om de wet gewijzigd te krijgen, maar toen dat op bezwaren stuitte bij de regering raakte het project in de vergetelheid.

Het duurde lang voordat de elektrische fiets weer in beeld kwam. Door verbetering van de accutechnologie werden de elektrische fietsen sneller en lichter en kunnen ze nu langere afstanden op een volle accu behalen. Aanvankelijk richtten de fabrikanten zich op een jongere doelgroep, maar het bleken vooral ouderen te zijn die ze aanschaften. 

Meer lezen over de electriciteitsgeschiedenis in het boek Stroomopwaarts


Comments